- buitensluiten
- {{buitensluiten}}{{/term}}1 [niet binnenlaten] shut out 〈ook kou, licht〉 ⇒ lock out2 [niet laten meedoen] leave/shut out ⇒ exclude♦voorbeelden:1 hij had zichzelf buitengesloten • he had locked himself out2 hij voelde zich door zijn klasgenoten buitengesloten • his classmates made him feel left out
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.